VN-verdragsonderhandelingen Dag 4: Levendige discussies vormen een sterke basis voor toekomstige onderhandelingen, staten en EU moeten betrokken blijven - CIDSE
© CIDSE

Onderhandelingen van het VN-Verdrag 4: levendige discussies vormen een sterke basis voor toekomstige onderhandelingen, staten en EU moeten betrokken blijven

De derde dag voorzag in zinvolle interventies op de twee belangrijkste agendapunten: preventieve maatregelen en toegang tot de rechter. De EU-delegatie was actief in het woord met constructievere toespraken over deze onderwerpen. Anderzijds lijken EU-lidstaten comfortabel in hun positie achter de instelling te blijven, met uitzondering van Frankrijk. Het maatschappelijk middenveld verwacht nog steeds dat de EU, de lidstaten en andere staten volledig betrokken blijven bij de huidige en toekomstige zittingen.

Preventie is van cruciaal belang, maar moet wettelijk worden gehandhaafd
De due diligence-verplichtingen van bedrijven op het gebied van mensenrechten werden besproken in hoofdstuk 4 van de ontwerpelementen over preventieve maatregelen. De zaal gaf een algemene consensus over het idee dat preventie cruciaal is bij het aanpakken van de gevolgen voor de mensenrechten in de context van bedrijfsactiviteiten. Afgevaardigden van de staat waren het over het algemeen eens over het belang van due diligence-mechanismen, met uitzondering van Rusland, dat tegen de opneming van dit hoofdstuk was. Een belangrijk punt werd toegevoegd door vertegenwoordigers van staten met natuurlijke rijkdom, waaronder Zuid-Afrika, Namibië, Brazilië en Palestina, over de speciale drang naar preventie en bescherming in dit verband.

De EU-delegatie verwees naar preventie als "een gemeenschappelijk doel" en stelde vervolgens verschillende vragen ter verduidelijking, zoals of verplichtingen inzake zorgvuldigheidseisen voor de mensenrechten, zoals opgesteld in de elementen, van toepassing zouden zijn op binnenlandse kleine en middelgrote ondernemingen, die deel uitmaken van het wereldwijde aanbod. ketens. De brede steun voor due diligence-eisen van bedrijven in de ruimte versterkt de eisen die CIDSE en vele anderen de afgelopen jaren hebben gesteld. Vrijwillige maatregelen om bedrijven mechanismen te laten implementeren om de mensenrechteneffecten van hun wereldwijde activiteiten te identificeren, te voorkomen, te verhelpen en te verantwoorden, zijn onvoldoende gebleken.

De discussie van woensdag heeft aangetoond dat de verschillende juridische ontwikkelingen in sommige staten zoals Frankrijk op internationaal niveau beginnen te echoën. Veel afgevaardigden verwezen naar de Fransen wet van de waakzaamheid, die als belangrijkste element de plicht van een bedrijf neemt om een ​​waakzaamheidsplan aan te nemen. In de ontwerpelementen wordt ook naar de wet verwezen. Frankrijk was de enige EU-lidstaat die het woord nam, waarbij de gemachtigde de nadruk legde op zijn bepaling inzake wettelijke aansprakelijkheid voor bedrijven.

Het verschil in verantwoording is niet langer een vraag
De laatste twee items, die tijdens de middag werden behandeld, waren aansprakelijkheid en toegang tot de rechter (hoofdstuk vijf en zes van de Ontwerpelementen). Een opmerkelijk moment was het interventie van de Heilige Stoel. De gedelegeerde vestigde de aandacht op de asymmetrie in het internationale kader van bedrijfsrechten en -plichten waardoor bedrijven de verantwoordelijkheid konden ontwijken. De vertegenwoordiger drong daarom aan op strengere voorschriften en handhavingsmechanismen.

Gedurende de toegestane tijd voor vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld uit gemeenschappen van verschillende regio's, waaronder autochtone bevolkingsgroepen en veel vrouwen, spraken zij aan om duidelijk te maken dat het vaststellen van bedrijfsaansprakelijkheid essentieel en niet-optioneel is om de huidige en ontmenselijkende verantwoordelijkheidskloof op te lossen.

Toegang tot de rechter: er moet meer worden gedaan
De voorzitter van de VN-werkgroep voor bedrijfsleven en mensenrechten vestigde de aandacht op de verschillende rapporten van de groep met duidelijke aanbevelingen, en herinnerde de zaal eraan dat het volgende Business & Human Rights Forum, in november, zich zal richten op toegang tot rechtsmiddelen. In samenwerking met andere maatschappelijke organisaties heeft CIDSE gewerkt aan het identificeren van de huidige obstakels voor toegang tot de rechter voor schendingen van de mensenrechten door bedrijven, een beroep doen op staten en de EU hervormingen doorvoeren om deze obstakels weg te nemen en weg te nemen.

De deelname van de afgevaardigden aan dit onderwerp was misschien wel het meest opmerkelijke punt van de dag: een algemene overeenkomst (opnieuw met uitzondering van Rusland) over het bestaan ​​van het probleem. Zonder zijn algemeen gereserveerde standpunt ten aanzien van het document op te heffen, kwam de EU-afgevaardigde de algemene instemming van de EU met de inleidende paragraaf over toegang tot de rechter tot uitdrukking. Verwijzing naar het EU-Bureau voor de grondrechten Advies over toegang tot justitie, dit jaar aangenomen, kondigde de afgevaardigde aan dat de Europese Commissie het agentschap als follow-up had gevraagd onderzoek te doen naar mechanismen voor gerechtelijke en niet-gerechtelijke rechtsmiddelen in de lidstaten. De afgevaardigde vroeg zich echter af hoe de ontwerpelementen precies van plan zijn verder te gaan dan de bestaande verplichtingen voor staten, die deze kwestie al bestrijken.

De specifieke noodzaak om speciale bedreigingen en obstakels waarmee vrouwen worden geconfronteerd, aan te pakken, werd ook benadrukt door verschillende panelleden. Vrouwen worden niet alleen bijzonder getroffen door mensenrechtenschendingen van bedrijven, maar ze worden ook geconfronteerd met extra lasten voor toegang tot justitie. Zonder een sterke genderfocus wordt geen eerlijke toegang tot de rechter bereikt.

Gepubliceerd met de vriendelijke steun van ECCJ.

Deel deze inhoud op sociale media