Goodwill is niet genoeg om de volgende dam te voorkomen - CIDSE
Ricardo Sturk

Goede wil is niet genoeg om te voorkomen dat de volgende dam barst

Ricardo Sturk

De doorbraak van de dam in Brazilië is wederom een ​​tragisch voorbeeld van de nalatigheid van de mijnsector op het gebied van milieu en mensenrechten. Bindende internationale regelgeving is dringend nodig. (Originele tekst in NL - zie hieronder)

 

 

 

 

Voor de tweede keer in iets meer dan drie jaar stortte de dam in een ijzerertsmijn in de Braziliaanse deelstaat Minas Gerais in. Deze keer vond de ramp plaats in de stad Brumadinho. Er waren minstens 65 slachtoffers. Net als in het geval van de Mariana-ramp gebeurde dit in november 2015 in een mijn (deels) eigendom van de ijzerertsreus Vale. Of de slachtoffers in Brumadinho ooit gerechtigheid zullen vinden, valt nog te bezien.

 

Brumadinho credit Ricardo Sturk verkleind

© Ricardo Sturk - Een stortvloed van bruine modderstroom overspoelde de regio.

 

Dat deze catastrofe het imago van Vale heeft aangetast, staat buiten kijf. De aandelen van het bedrijf liepen vrijwel onmiddellijk terug. Bij gerechtelijk bevel werd bijna de helft van de activa van Vale bevroren wegens schadeclaims en boetes. De Braziliaanse president, Jair Bolsonaro, voor wie deze ramp bijzonder ongelegen is (hij wil de mijnbouwsector vrijer te maken), bezocht het gebied en beloofde oplossingen.

Drie jaar na de vorige mijnramp hebben de getroffen mensen nog steeds geen passende vergoeding ontvangen.

Het precedent van Mariana is niet veelbelovend. Destijds was die mijn een joint venture tussen Vale en het Brits-Australische bedrijf BHP Billiton. De ramp is een typisch voorbeeld van mensenrechtenschendingen in de context van bedrijfsactiviteiten, aangezien slachtoffers onvoldoende toegang hebben tot justitie of rechtsmiddelen. Negentien mensen stierven, meer dan zeshonderd verloren hun huizen en miljoenen kubieke meter giftig mijnafval stroomde in de oceaan via de zijrivieren van de Doce-rivier.

Meer dan drie jaar later hebben de lokale bevolking nog steeds niet de juiste vergoeding ontvangen. Cynisch genoeg roept het mijnconsortium al op tot heropening van de mijn. We mogen ook geen illusies koesteren over de prioriteit die de regering Bolsonaro aan de zaak heeft gegeven.


Inspanningen zijn niet genoeg

Dit verhaal stopt niet bij Mariana en Brumadinho. Milieurampen en mensenrechtenschendingen in de internationale mijnbouwsector zijn eerder regel dan uitzondering. De Responsible Mining Foundation, een onafhankelijke organisatie die verantwoord ondernemerschap in de sector bevordert, heeft in 2018 een index gelanceerd die de sociale en milieuprestaties van de 30 grootste mijnbouwbedrijven ter wereld beoordeelt op basis van informatie over 800 mijnsites over de hele wereld.

Amper 30 procent van de mijnbedrijven heeft een proactief mensenrechtenbeleid aangenomen.

Het is dus duidelijk dat de inspanningen op het gebied van mensenrechten, gezondheid en (milieu) veiligheid nog steeds onvoldoende zijn. Het risico op schending van mensenrechten in de sector blijft groot. Amper 30 procent van de bedrijven heeft een proactief mensenrechtenbeleid aangenomen. Bovendien lijkt het erop dat bedrijven hun eigen beleid ter plaatse niet of onvoldoende uitvoeren.

Dit wijst op een cruciaal probleem dat steeds meer NGO's, academici, advocaten en beleidsmakers aan de orde stellen: de behoefte aan bindende voorschriften voor (multinationale) ondernemingen om schendingen van de mensenrechten te voorkomen en ervoor te zorgen dat zij niet ongestraft kunnen ontsnappen. Goede wil is niet genoeg om tragedies zoals die van Mariana en Brumadinho te voorkomen. Waar slachtoffers geen hefboomwerking hebben om respect voor hun rechten af ​​te dwingen en we keer op keer zien dat de inspanningen van de sector zelf onvoldoende zijn, is het duidelijk dat de globalisering in dit opzicht achterblijft. Bovendien hebben bedrijven zelf allerlei harde wetten vastgelegd via handelsovereenkomsten en speciale arbitragetribunalen om hun eigen belangen te beschermen. Als reactie op dit probleem zijn sinds 2014 binnen de VN-Mensenrechtenraad (moeizame) onderhandelingen gaande met het oog op het opstellen van een internationaal verdrag dat de mensenrechtenverplichtingen van bedrijven afdwingbaar maakt.

Brumadinho Redders credit Ricardo Sturk verkleind

© Ricardo Sturk - Reddingswerkers op zoek naar overlevenden.

Betaald met uw geld

Het internationale karakter van een dergelijk bindend instrument is van cruciaal belang om de zogenaamde corporate veil te doorboren. Zo is Vale bijvoorbeeld verborgen achter een wirwar van dochterondernemingen en financiers, zodat niemand echt verantwoordelijk is. Hoewel het een door en door Braziliaans bedrijf kan zijn, sluit de mijnreus een samenwerkingsovereenkomst met andere grote buitenlandse consortia. Dan is er de kwestie van financiering, inclusief het gebruik van uw spaargeld en het mijne: onderzoek door FairFin, Broederlijk Delen en 11.11.11 toont aan dat tussen 2011 en 2016, BNP Paribas, Deutsche Bank, ING en KBC miljarden euro's leende aan Vale en BHP Billiton.

Vale en Bolsonaro moeten de verantwoordelijkheid nemen voor de slachtoffers van Mariana en Brumadinho. Het Braziliaanse gerechtelijk apparaat moet zijn werk doen. Maar in deze mondiale verantwoordelijkheidscrisis spelen ook de EU en België een rol. Creëer bindende, internationale regels voor bedrijven om te zorgen voor een gelijk speelveld, zodat bedrijven de mensenrechtenrisico's beoordelen en aanpakken en zo slachtoffers toegang krijgen tot de rechter. Wacht niet tot de volgende dam breekt.

Dit advies werd voor het eerst gepubliceerd in het Nederlands op donderdag 31 januari 2019 in De Standaard

 

NEDERLANDSE VERSIE


Met goodwill hou je de volgende dambreuk niet tegen

De dambreuk in Brazilië is opnieuw een tragisch voorbeeld van de nalatigheid op vlak van milieu en mensenrechten in de mijnbouwsector. Bindende internationale regelgeving dringt zich op.
Voor de tweede keer in iets meer dan drie jaar tijd brak in de Braziliaanse deelstaat Minas Gerais de dam van een ijzermijn. Deze keer vond de ramp plaats in de gemeente Brumadinho. Er vielen al zeker vijfenzestig verzekerd. Net als bij de ramp van Mariana, in november 2015, gaat het om een ​​mijn die (deels) in handen is van de mijnbouwgigant Vale. Van de betrokken van Brumadinho ooit gerechtigheid zullen vinden, is nog maar de vraag.

Dat Vale met deze catastrofe imagoschade lijdt, staat vast. De aandelen van het bedrijf kelderden onmiddellijk onmiddellijk. Op gerechtelijk bevel werden alvast de helft van de activa van Vale bevroren voor schadeclaims en boetes. Ook president Jair Bolsonaro, voor wie deze ramp erg ongelegen komt (hij wil de mijnbouwsector meer vrij spel geven), bezocht het gebied en beloofde oplossingen.

Drie jaar na de vorige mijnramp heeft de getroffen bevolking nog steeds geen correcte compensatie gekregen.

Maar het precedent van Mariana voorspelt niet veel goeds. Toen ging het om een ​​joint venture van Vale en het Brits-Australische bedrijf BHP Billiton. Die ramp is een typisch voorbeeld van mensenrechtenschendingen in de context van bedrijfsactiviteiten, waardoor mogelijk onvoldoende toegang hebben tot rechtspraak en remediëring. Er vielen negentien doden, meer dan zeshonderd mensen verloren hun huis en miljoenen kubieke meter giftig mijnafval vloeiden via het stroombekken van de Doce-rivier de oceaan in.

Ruim drie jaar later heeft de getroffen bevolking nog steeds geen correcte compensatie gekregen. Cynisch genoeg pleit het mijnconsortium zelf voor een heropstart van de mijn. Ook over de prioriteit van het dossier voor de regering-Bolsonaro moeten we ons niet al te veel illusies maken.

Inspanningen volstaan ​​niet

Dit verhaal houdt niet op bij Mariana en Brumadinho. Milieurampen en mensenrechtenschendingen in de internationale mijnbouwsector zijn eerder regel dan uitzondering. De Responsible Mining Foundation, een erk stichting die verantwoord ondernemerschap in de sector promoot, genoemd in 2018 voor het eerst een index op die de sociale en milieuprestaties van 's werelds dertig grootste mijnbouwbedrijven in kaart brengt, op basis van informatie over achthonderd mijnsites wereldwijd.

Amper 30 procent van de mijnbouwbedrijven voert een proactief mensenrechtenbeleid.

Die toont dat de inspanningen op het vlak van mensenrechten, gezondheid en (milieu) veiligheid ondermaats blijven. Het risico op schendingen van mensenrechten in de sector is nog altijd hoog. Amper 30 procent van de bedrijven voert een proactief mensenrechtenbeleid. Bovendien worden dat bedrijven het eigen beleid op die terreinen onvoldoende tot niet in de praktijk brengen.

Dat verklaarde op een pijn pijnpunt, dat steeds meer ngo's, academici, juristen en beleidsmakers aankaarten: de nood aan bindende regelgeving voor (multinationale) bedrijven, om schendingen van mensenrechten te voorkomen en straffeloosheid tegen te gaan. Goodwill volstaat niet om tragedies zoals die van Mariana en Brumadinho te vermijden. Wanneer betrokken geen hefbomen hebben om hun rechten af ​​te dwingen en keer op keer opgenomen dat de inspanningen van de sector niet volstaan, is het duidelijk dat de globalisering op dat vlak achterloopt. En dat terwijl bedrijven zelf wél allerlei harde wetten bedingen via handelsverdragen en speciale arbitragetribunalen om de eigen belangen veilig te stellen. Als antwoord daarop lopen sinds 2014 - moeizame - onderzoek in de schoot van de VN-Mensenrechtenraad om een ​​internationaal verdrag uit te werken dat de verplichtingen van bedrijven op het vlak van mensenrechten afdwingbaar maakt.

Betaald met uw centen

Het internationale karakter van zo'n bindend instrument is gewijzigd, om de beoogde corporate veil (de sluier van de onderneming) door te prikken. Zo verstopt Vale zich achter een kluwen van dochterondernemingen en financiers, waardoor niemand echt aansprakelijk is. Het mag dan wel een op en top Braziliaans bedrijf zijn, de mijnbouwreus gaat samenwerkingen aan met andere grote buitenlandse consortia. Dan is er nog de financiering, onder meer met uw en mijn spaarcenten: uit onderzoek van FairFin, Broederlijk Delen en 11.11.11 verkregen dat BNP Paribas, Deutsche Bank, ING en KBC tussen 2011 en 2016 samen miljarden euro's leenden aan Vale en BHP Billiton.
Vale en Bolsonaro moeten hun verantwoordelijkheid nemen voor de uitoefening van Mariana en Brumadinho. Het Braziliaanse gerecht moet zijn werk doen. Maar in deze globale aansprakelijkheidscrisis hebben ook de EU en België een rol te spelen. Maak werk van bindende, internationale regels voor bedrijven, waardoor het speelveld voor iedereen gelijk is, waardoor bedrijven mensenrechtenrisico's in kaart brengen en aanpakken, en hierdoor verkregen toegang krijgen tot justitie. Wacht niet tot de volgende dambreuk.

Deze opinie verscheen op donderdag 31 januari 2019 in De Standaard.

 

Contact: Wies Willems, beleidsmedewerker natuurlijke hulpbronnen, Broederlijk Delen (wies.willems (at) broederlijkdelen.be).

Broederlijk Delen is een Belgisch lid van CIDSE.

Deel deze inhoud op sociale media