Een studie van Prof. Dr. Markus Krajewski, hoogleraar publiek en internationaal recht aan de Universiteit van Erlangen-Nürnberg (Duitsland), gepubliceerd door CIDSE.
Het fenomeen van mensenrechtenschendingen en vernietiging van het milieu als gevolg van de activiteiten van Europese en internationale bedrijven is niet nieuw. Toch is de situatie recentelijk verslechterd door toegenomen ontbossing, landroof en dodelijke aanvallen op mensenrechten- en milieubeschermers wereldwijd. Vrijwillige richtlijnen en zelfreguleringsbesluiten zijn niet voldoende gebleken, omdat veel bedrijven weigeren verantwoordelijkheid te nemen voor de impact van hun activiteiten. Het gevolg was dat de meeste gemeenschappen die werden getroffen door de acties van bedrijfsactiviteiten, zonder enige vorm van rechtvaardigheid zaten. Een juridisch bindend instrument om in internationale mensenrechtenwetgeving de activiteiten van transnationale ondernemingen en andere zakelijke ondernemingen te reguleren, is een essentieel onderdeel van de reactie op de bedreigingen waarmee mens en milieu worden geconfronteerd. EEN derde herziene versie van het LBI wordt van 25 tot 29 oktober 2021 in Genève onderhandeld.
In deze nieuwe studie gepubliceerd door CIDSE, Prof. Dr. Markus Krajewski bespreekt onder meer bepalingen over aansprakelijkheid voor bedrijven, toepasselijke jurisdictie, milieurechten en bescherming van mensenrechtenverdedigers. Hij presenteert een juridische analyse en tekstuele suggesties om het huidige ontwerp op deze verschillende punten te verbeteren en concludeert dat het derde herziene ontwerp op sommige gebieden moet worden versterkt, maar rijp is voor onderhandelingen. Het resultaat is een diepgaand commentaar en gids op cruciale bepalingen in de huidige ontwerptekst.
Josianne Gauthier, secretaris-generaal van CIDSE, is van mening dat de centrale boodschap van het onderzoek is dat het ontwerp nauwkeuriger en effectiever kan zijn om de mensenrechten en het milieu te beschermen. Ze is het ermee eens dat de tijd rijp is voor het Verdrag en dat regeringen die kans moeten aangrijpen.
Recente ontwikkelingen in Europa laten ook zien dat het moment is aangebroken om het gedrag van bedrijven te reguleren. De Franse wet op de devoir de waakzaamheid, de wet op de aansprakelijkheid van bedrijven in Duitsland, de wet op kinderarbeid in toeleveringsketens in Nederland en discussies in andere EU-landen bewijzen allemaal dat er een groeiende politieke wil is om dit probleem aan te pakken.
Toch ontbreekt de Europese Unie op de onderhandelingstafel over het Bindend Verdrag van de Verenigde Naties. Het ontbreekt de Europese Commissie nog steeds aan een mandaat van de Raad om deel te nemen aan het proces, en de lidstaten zijn grotendeels afwezig geweest. CIDSE blijft de EU oproepen om actief en geleidelijk deel te nemen aan de onderhandelingen, vooral gezien de aanstaande richtlijn inzake duurzame corporate governance. Als onderhandelingen tijdens de 7th sessie zal afwijken van algemene verklaringen en naar substantiële tekstuele wijzigingen, CIDSE hoopt dat deze juridische analyse zal helpen bij het onderhandelen over staten die partij zijn die de tekst willen verbeteren om de bescherming van mensenrechten en het milieu te versterken en de straffeloosheid van bedrijven te stoppen.
Contactpersoon: Giuseppe Cioffo, Corporate Regulation Officer (cioffo(at)cidse.org)
Fotocredit: Ricardo Sturck