Werken in belangenbehartiging - Een interview met Elise Kervyn - CIDSE

Werken in belangenbehartiging - Een interview met Elise Kervyn

Elise begon haar carrière in onderzoek in ontwikkelingseconomie, aan de Universiteit van Saint-Louis in België. In 2017 begon ze te werken aan humanitaire en migratiekwesties op het EU-kantoor van Oxfam International en vervolgens bij Caritas International België over migratie en ontwikkeling. Elise nam in februari 2021 de functie van Senior Policy and Advocacy Advisor bij CIDSE op zich. Ze leidt nu een team binnen CIDSE dat zich richt op landrechten, bedrijfsregulering en alternatieven voor extractieven, en Israël en de bezette Palestijnse gebieden. Het werk van dit team bouwt voort op inspanningen om verbanden in deze werkgebieden aan te pakken, inclusief de gevolgen van grootschalige bedrijfsactiviteiten en zorgen met betrekking tot mensenrechtenverdedigers. 

In dit interview blikt ze terug op haar werkervaringen in de advocatuur. 

Hoe ben je betrokken geraakt bij belangenbehartiging? 

In eerste instantie ben ik begonnen met het doen van onderzoek. Ik begon een doctoraat in ontwikkelingseconomie in Brussel, maar veranderde snel naar de wereld van de NGO's. Ik had het gevoel dat het een directer effect zou hebben op sociaal onrecht. Voor mij leek belangenbehartiging de enige optie om dat te doen.  

Hoe zou je zeggen dat je werk door de jaren heen is geëvolueerd? 

Ik heb behoorlijk wat ontwikkeling doorgemaakt op het gebied van onderwerpen van mijn belangenbehartiging. Ik begon te werken aan vraagstukken op het gebied van migratie, ontwikkeling en humanitaire vraagstukken. Nu ligt de focus meer op mensenrechten en corporate accountability.  

Ik raakte in de loop van de tijd ook meer vertrouwd met advocacy-technieken. Je leert het door te doen. Na verloop van tijd verwerf je vaardigheden om proactiever te zijn - wat essentieel is omdat dit werk echt over timing gaat. Omdat er veel ups en downs zijn met betrekking tot werkdruk, moet je altijd klaar zijn voor een druk moment.  

Hoe ben je bij CIDSE terechtgekomen? 

Ik heb drie jaar bij Caritas België gewerkt voordat ik daarvoor de functie kreeg bij CIDSE en voor Justice and Peace Belgium. Deze functie voelde goed voor mij omdat ik de onderwerpen van mijn huidige team bij verschillende gelegenheden had aangeroerd. Tijdens mijn studie werkte ik aan handelskwesties, mijnbouw, macht van het bedrijfsleven en voedselzekerheid. Terwijl mijn eerste masterscriptie gericht was op de traditionele mijnbouwsector in Burkina Faso, mijn doctoraat over de impact van buitenlandse directe investeringen op de informele economie in Sub-Sahara Afrika. En over Israël en Palestina, ik werkte aan het onderwerp terwijl ik werkte bij Oxfam International EU Office.  

Hoe verhoudt uw achtergrond in migratie zich tot de gebieden waarop u zich nu richt? 

Als je een systemische veranderingsanalyse volgt, begrijp je dat alles met elkaar samenhangt. Bij Caritas International Belgium vonden we dat mensen zowel het 'recht om te vertrekken' als het 'recht om te blijven' hadden. Migratie is voor sommige mensen een manier om met bepaalde omstandigheden om te gaan: onzekerheid, ongelijkheid, etc. En ik voelde dat ik die omstandigheden wilde aanpakken. Voor mij speelt misbruik door bedrijven een grote rol als bron van wereldwijd onrecht. Daarom wilde ik lid worden van CIDSE.  

Zou je zeggen dat je vandaag de dag nog steeds economische kennis gebruikt in je werk? 

Ik denk dat het van het onderwerp afhangt. Ik zou zeggen dat mijn economische achtergrond me helpt om de geopolitieke context van mondiale onrechtvaardigheid te begrijpen. Machts- of agro-ondernemerskwesties hebben uiteindelijk allemaal te maken met economische belangen. Ik heb ook nog een Master in Internationale Politieke Economie in Londen gedaan - het hielp ook mijn begrip van een systeembenadering te voeden. 

Heb je moeilijkheden of uitdagingen ervaren op het gebied van belangenbehartiging? 

Uitdagingen, ja. Participatie van het maatschappelijk middenveld wordt bijvoorbeeld niet altijd verleend – zie bijvoorbeeld voor de EU-AU-top. Soms ligt de uitdaging erin om het onderwerp een prioriteit te houden - zie bijvoorbeeld de politieke vermoeidheid rond de situatie in de bezette Palestijnse gebieden. Ook COVID is een uitdaging – zeker voor brainstormmomenten. Het is moeilijker om achter een computer te dromen.  

Waar ben je het meest trots op bij CIDSE? 

Ik ben het meest trots dat CIDSE ernaar streeft een vooruitstrevende organisatie te zijn. Ik voel dat de organisatie, en de leden, zichzelf willen uitdagen als het bijvoorbeeld om dekolonisatie gaat. Want het gaat niet altijd om wat je bereikt, maar ook om hoe je dat bereikt. Ik ben ook trots - en gelukkig - om deel uit te maken van zo'n hardwerkend en gastvrij team. 

Elise Kervyn
Senior adviseur bij CIDSE

Deel deze inhoud op sociale media