Vandaag is het vijf jaar geleden dat de De Brumadinho-ramp.
Op donderdag 25 januari 2019 stierven 272 mensen als gevolg van het instorten van een dam in Brumadinho, Minas Gerais, Brazilië. Dit wordt beschouwd als de ergste milieu- en industriële ramp van Brazilië. Ondanks dat de controleur-generaal, een tak van de Braziliaanse federale overheid, een boete van 86.3 miljoen reais ($16.8 miljoen) heeft opgelegd aan VALE, het bedrijf dat verantwoordelijk is voor de ramp, kan geen enkele boete de verloren levens terugbrengen of de veroorzaakte schade ongedaan maken. De verantwoordelijkheid voor deze tragedie strekt zich internationaal uit, waarbij het Duitse auditbedrijf TÜV SÜD, dat de door VALE geëxploiteerde dam als veilig heeft gecertificeerd, momenteel in Duitsland wordt aangeklaagd door de slachtoffers. Net als veel andere menselijke en ecologische rampen had deze voorkomen kunnen worden.
Tot nu toe was de sociale verantwoordelijkheid van bedrijven vrijwillig en ontbrak het aan afdwingbare instrumenten. Dit creëert mazen in de wet die sommige bedrijven misbruiken ten koste van de mensenrechten en het milieu.
De zaak van Brumadinho herinnert aan het belang van het pleiten voor bindende wetgevende maatregelen die staten in staat stellen bedrijven te dwingen het respect en de bescherming van de mensenrechten en het milieu na te leven. Dit is het geval van de EU Corporate Sustainability Due Diligence-richtlijn (CSDDD) en het juridisch bindend instrument (LBI) van de VN uit Resolutie 26/9 van de Mensenrechtenraad. De eerste zal naar verwachting in de eerste helft van 2024 worden goedgekeurd, terwijl over de laatste al bijna tien jaar wordt onderhandeld. Zoals benadrukt door CIDSE, zouden beide instrumenten dat kunnen elkaar aanvullen en bijdragen aan de toegang tot de rechter in gevallen van bedrijfsmisbruik.
Hoewel de CSDDD een EU-bevoegdheid is, kan de EU ook een cruciale rol spelen in de LBI-onderhandelingen en een game changer zijn om een einde te maken aan mensenrechtenschendingen en milieurampen.
Vorige week heeft het Europees Parlement een stap voorwaarts gezet door de resolutie (2023/2108(INI)) over “Het standpunt van de EU vormgeven ten aanzien van het bindend VN-instrument voor het bedrijfsleven en de mensenrechten, met name wat betreft de toegang tot rechtsmiddelen en de bescherming van slachtoffers”. Het is nu aan de Commissie om het Parlement te informeren of zij een wetgevingsvoorstel zal indienen.
Ter nagedachtenis aan de slachtoffers van Brumadinho en al degenen wier levens verloren zijn gegaan of worden bedreigd door de macht van het bedrijfsleven, roept CIDSE de Europese Commissie op wetgevende maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat formele besluitvormingsprocedures worden gevolgd.
Wat de laatste fasen van de onderhandelingen over de CSDDD betreft, roepen wij het Europees Parlement en de Raad op om de definitieve tekst zo snel mogelijk aan te nemen. Zodra de richtlijn is aangenomen, zal deze worden omgezet in nationale wetgeving. Wij dringen er bij de lidstaten op aan om verder te gaan dan de richtlijn en de meest beschermende bepalingen aan te nemen. CIDSE en haar lidorganisaties zullen de nationale implementatie nauwlettend volgen om ervoor te zorgen dat een tragedie als Brumadinho nooit meer gebeurt.
Extra bronnen:
- 'Effondrement de Brumadinho: L'Heure de vérité pour les banques?', CCFD Terre Solidaire
- 'Brumadinho: 5 Jahre Dammbruch-Verbrechen', Misereor
Omslagfoto: Herdenking van de slachtoffers van Brumadinho (2022.)
Credit: Guillerme Cavalli – IyM