Waarom is de EU niet meer betrokken bij de onderhandelingen over het Bindende Verdrag? – CIDSE

Waarom is de EU niet meer betrokken bij de onderhandelingen over het Bindende Verdrag?

Opmerking: dit artikele door Giuseppe Cioffo, CIDSE & Jill McArdle, Friends of the Earth Europa, werd oorspronkelijk gepubliceerd door de Business & Human Rights Resource Center op oktober 3, 2022.

Het is een bewogen tijd in Europa en de strijd om een ​​einde te maken aan de straffeloosheid van bedrijven is in volle gang.

Sinds de langverwachte publicatie van het voorstel van de Europese Commissie voor een Corporate Sustainability Due Diligence-richtlijn (CSDDD) in februari 2022, staat de kwestie van bindende regels voor bedrijven voor hun impact op de mensenrechten en de planeet hoog op de politieke agenda in Brussel . Nu Europa de pandemie verlaat, de Russische invasie van Oekraïne en de gerelateerde energiecrisis, wordt het debat over hoe (en hoeveel) bedrijven gereguleerd moeten worden opgelaaid.

Maar in Genève is de activiteit van de EU over dit onderwerp veel minder intens, getuige de aanhoudende rol van de Unie als toeschouwer in soortgelijke discussies bij de VN.

In oktober komen de VN-lidstaten bijeen voor de 8e onderhandelingsronde over een juridisch bindend VN-instrument om de activiteiten van transnationale ondernemingen en andere bedrijven in internationaal recht te reguleren.

Twee EU-lidstaten, Frankrijk en Portugal, hebben zich aangesloten bij de Friends of the Chair, een groep bevriende landen die is opgericht om staten naar een consensus over het ontwerpverdrag te duwen. Toch blijft de EU-lijn er een van zogenaamde 'gedeeltelijke betrokkenheid' in het proces, een timide strategie voor een instelling die beweert een wereldwijde voorvechter van mensenrechten en duurzaamheid te zijn.

In de afgelopen jaren heeft de Europese Commissie het ontbreken van EU-regels naar voren gebracht als reden voor hun weigering om mee te doen. Met de komst van het CSDDD-voorstel valt dit argument langzaam maar zeker uit elkaar. We weten echter nog steeds niet of het bestaan ​​van de ontwerprichtlijn zal leiden tot een grotere deelname van de EU en haar lidstaten aan de 8e zitting.

Er zijn goede redenen voor de betrokkenheid van de EU bij het onderhandelingsproces – grotendeels vanwege de tekortkomingen van de voorgestelde richtlijn en mogelijke oplossingen die een Verdrag biedt.

Zoals het er nu uitziet, is de CSDDD een beladen tekst met opvallende mazen in de wet. Het zal een minderheid van EU-bedrijven en hun waardeketens bestrijken, en het zal een beperkte dekking hebben van financiële instellingen in de EU. Bedrijven zullen kunnen ontsnappen en hun taken kunnen uitvoeren door middel van contractuele cascadering, alleen onder zeer restrictieve voorwaarden aansprakelijk kunnen worden gesteld voor schade en zelfs hun due diligence kunnen gebruiken als schild tegen aansprakelijkheid. Zelfs als deze tekortkomingen op bevredigende wijze zouden worden verholpen, zou de richtlijn gebonden zijn aan haar onvermijdelijk beperkte reikwijdte (vanwege haar regionale karakter) en de beperkte reikwijdte van de wetgevende bevoegdheid van de EU.

Een aanstaande studie in opdracht van zes Europese NGO's laat zien hoe een VN-verdrag zou kunnen samenwerken met CSDDD om bedrijven wereldwijd verantwoordelijk te houden. Een VN-verdrag zou de grote leemte opvullen die CSDDD heeft achtergelaten op het gebied van toegang tot de rechter voor slachtoffers, bijvoorbeeld door internationale normen vast te stellen voor toepasselijk recht en rechtskeuze, twee kwesties waarmee transnationale rechtszaken tegen bedrijven te kampen hebben. Het zou ook de uitvoering van de EU-wetgeving kunnen verbeteren door die segmenten van mondiale waardeketens en niet-EU-ondernemingen te bereiken die in het voorstel van de richtlijn buiten beschouwing worden gelaten.

Dezelfde studie schetst de huidige inspanningen van de EU om wetgeving (op verzoek van Parlement, Raad en delen van het maatschappelijk middenveld) over bindende regels om mensenrechten- en milieuschendingen te voorkomen, verhoogt in feite het wettelijk recht van de Unie - en daarmee (we betogen) haar verplichting - om een ​​mandaat te verkrijgen om als blok te onderhandelen. De studie benadrukt ook de blijvende rol die de EU-lidstaten moeten blijven spelen in het proces, aangezien verschillende van de actuele onderwerpen die in het ontwerp van het Verdrag worden behandeld, onderwerpen zijn waarover de Europese Commissie niet alleen kan onderhandelen.

Hoewel uit de nieuwe analyse blijkt dat de twee instrumenten elkaar wederzijds kunnen versterken, zijn er ook plaatsen waar ze het risico lopen uiteen te lopen, bijvoorbeeld over hoe en wanneer bedrijven aansprakelijk kunnen worden gesteld voor schade. Hierop is het verdrag veel breder, terwijl CSDDD voor een zeer enge benadering gaat en een mogelijke due diligence-verdediging introduceert voor bedrijven, wat het Verdrag expliciet uitsluit. De EU moet zich laten inspireren door het Verdrag om ervoor te zorgen dat haar eigen wet geen nieuwe lasten creëert voor slachtoffers die al een zware klim voor gerechtigheid moeten doorstaan. De EU moet nu de onderhandelingen aangaan, voordat de teksten tot een onverenigbaar punt uiteenlopen.

De EU staat op een moreel en politiek dieptepunt. Om het hoofd te bieden aan de energiecrisis die is veroorzaakt door de Russische invasie van Oekraïne, kijkt de EU nu naar gaswinning in andere landen, waaronder Mozambique, waar exploraties bijdragen aan een verwoestende humanitaire crisis en bedreigend voor een ecologische ramp. De wereldwijde strijd om metalen en mineralen die nodig zijn voor de energietransitie blijft leiden tot schendingen van de mensenrechten en vaak onherstelbare schade aan gebieden en gemeenschappen.

Zal de EU een oogje dichtknijpen voor misbruik door bedrijven en daarbij complexe mondiale problemen als excuus gebruiken? Of zal het zich een weg banen door deze tumultueuze tijd door de mensenrechten hoog te houden in het licht van de macht van het bedrijfsleven?

Als de EU haar toezeggingen om de mensenrechten wereldwijd te beschermen en een duurzame en rechtvaardige transitie te maken die mensen, het milieu en het klimaat beschermt, serieus neemt, moet ze deelnemen aan de onderhandelingen voor een mondiaal verdrag om bedrijven in binnen- en buitenland te reguleren.


Giuseppee Cioffo is de Corporate Regulation and Extractives Officer bij CIDSE.

Fotocredit: Ike Teuling.

Deel deze inhoud op sociale media