Zonder zaden is er geen voedsel – CIDSE

Zonder zaden is er geen voedsel

Op 24 april 2024 stemt het Europees Parlement in de plenaire vergadering over het voorstel voor de hervorming van de marketing van plantaardig teeltmateriaal (PRM) (2023/0227). Deze nieuwe regelgeving zal de zaadmarkt en de zaadsystemen van boeren de komende decennia vormgeven. Ter gelegenheid van de Internationale Dag van de Boerenstrijd publiceren we het volgende artikel van Patricia Verbauwhede en Bram Jacobs van Broederlijk Delen*, waarin de kwesties worden geschetst die in deze nieuwe wetgeving op het spel staan.

“Het Europees Parlement bespreekt momenteel een wetsvoorstel voor de productie en handel van plantaardig teeltmateriaal binnen de Europese Unie. Dit wetsvoorstel over zaden is een belangrijk initiatief dat rekening moet houden met de rechten van boeren en kleine zaadtelers, in plaats van alleen tegemoet te komen aan de belangen van de grote zaadmultinationals. Een zadenwet die is afgestemd op de behoeften van de zaadindustrie en die geen ruimte laat voor door boeren beheerde zaadsystemen bedreigt de diversiteit van ons voedsel en zal uiteindelijk negatieve gevolgen hebben voor de vrije toegang tot zaden voor boeren in het Zuiden. Daarom sloot Broederlijk Delen zich aan bij de “Hef onze vorken voor diversiteitpetitie van de Oostenrijkse organisatie Arche Noah.

Onze partner PELUM in Oeganda heeft ook contact opgenomen met de landbouwcommissie van het Europees Parlement met het verzoek de zaadwetgeving aan te passen in het belang van boeren en burgers.

"Voor mij is zaad leven. Het brengt onafhankelijkheid naar voren. Het brengt een gevoel van eigenaarschap naar boven. Je plant wanneer je wilt, wat je wilt en waar je wilt. […] Onze voorouders deelden zaden. En vanwege dat delen geest, daarom heb ik dit kleine Bangaga-nootzaadje. Deze manier van het delen en bewaren van zaden is goed voor ons geweest."

Volgens de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) is ongeveer 75 procent van de genetische diversiteit van onze voedselgewassen sinds 1900 verdwenen. Dit komt omdat er over de hele wereld pogingen zijn gedaan om een ​​beperkt aantal genetisch uniforme, maar hoogproductieve variëteiten te kweken. Deze eenzijdige focus op opbrengst zorgde ervoor dat lokale, genetisch diverse landrassen steeds meer onder druk kwamen te staan. Als gevolg van de verarming van de genetische diversiteit worden onze gewassen en het voedselsysteem kwetsbaar voor ziekten en minder toegerust om zich aan te passen aan de klimaatverandering.

De nieuwe zadenwet dreigt de procedures voor de registratie en certificering van rassen complexer te maken en daarmee de administratieve lasten te vergroten. De grote zaadbedrijven zijn beter toegerust om met de extra administratieve lasten om te gaan, maar zijn slechts geïnteresseerd in een beperkt aantal gewassen voor grootschalige productie. Kleine zaadveredelaars lopen het gevaar buitenspel te worden gezet als de bureaucratische lasten toenemen.

Rechten van boeren
Het recht van boeren en tuinders om hun eigen zaden te oogsten, gebruiken, ruilen en verkopen is vastgelegd in internationale verdragen zoals de VN-Verklaring van de Rechten van Boeren (UNDROP). Het beschermen van dit recht is van groot belang om de genetische diversiteit van ons voedsel te behouden en gewassen voortdurend aan te passen aan veranderende omstandigheden. Het Europese wetgevingsvoorstel moet voldoende ruimte laten voor de vrije uitwisseling van zaden en toegang tot zaden voor boeren en burgers.

Zadenbank, Masipag, Filipijnen © CIDSE


Impact op het Mondiale Zuiden
Handelsovereenkomsten en ontwikkelingsbanken oefenen druk uit op landen buiten Europa om hun zadenwetgeving te harmoniseren met de Europese normen en over te stappen op commerciële zaden. In Oeganda bijvoorbeeld, waar 80% van de lokale voedselproductie afhankelijk is van lokaal opgeslagen, uitgewisseld en verhandeld boerenzaad, zien we nu al dat de zaadwetgeving langzaam maar zeker wordt aangepast aan de normen van de grote zaadbedrijven. De lokale handel in boerenzaad zou onder de nieuwe zaadwetgeving illegaal kunnen worden. Dit leidt tot het verlies van traditionele en inheemse gewassen en ondermijnt de autonomie van boeren onderaan de sociale ladder en hun gemeenschappen, ten voordele van lokale elites en multinationals. Vrouwen, die traditioneel een belangrijke rol spelen als zaadbeheerders, bevinden zich dus in een nog precairdere situatie.

Nieuwe genoomtechnieken
Een andere bedreiging is het Europese wetsvoorstel voor gewassen die zijn ontwikkeld met behulp van nieuwe genoomtechnieken (NGT). Een aanzienlijk deel van deze gewassen zou niet langer onder de strenge regelgeving van de 'klassieke' GGO's vallen. De grootschalige introductie van genetisch gemodificeerde gewassen ondermijnt niet alleen de traditionele landbouwpraktijken. Het legt ook de controle over zaadvariëteiten in handen van een paar machtige bedrijven zoals Bayer, BASF, Corteva en Syngenta, die de zaadmarkt wereldwijd al domineren. Omdat de ontwikkeling van GGO's grote investeringen vergt, is de kans groot dat er steeds meer patenten zullen worden aangevraagd op de genetische eigenschappen van planten. GGO’s (ook al zijn ze ontwikkeld met NGT) vormen dus ook een bedreiging voor de autonomie van boeren, de biodiversiteit en de veerkracht van ons voedselsysteem.

Wat blijft er over van de Green Deal?
De nieuwe regelgeving inzake zaden is een zorgwekkend onderdeel van een bredere trend om de ambities van de EU terug te schroeven Europese Green Deal. Ondanks de dringende noodzaak om de landbouwsector te hervormen en duurzamer te maken, lijken deze nieuwe wetgevende kaders de belangen van grote zaadbedrijven te dienen in plaats van die van boeren, consumenten en het milieu. Het is ironisch dat in een tijd waarin dringend actie nodig is om de klimaat- en biodiversiteitscrisis aan te pakken, beleidsmakers lijken te buigen voor de druk van industriële belangengroepen. Deze verschuiving in beleidsprioriteiten dreigt de geboekte vooruitgang op het gebied van duurzame landbouw en voedselzekerheid ongedaan te maken en werpt een schaduw over de ambities van de Europese Green Deal.

Het is van cruciaal belang dat de zadenwetgeving de genetische diversiteit ondersteunt en niet belemmert, zodat we een veerkrachtig en duurzaam voedselsysteem voor de toekomst kunnen behouden, zowel hier als in het Zuiden. De Europese beleidsmakers zouden er goed aan doen hun inzet voor een groenere en eerlijkere toekomst te herbevestigen en ervoor te zorgen dat de wetgeving op het gebied van zaden en genetische manipulatie consistent is met de doelstellingen van de Europese Green Deal en de Van boerderij tot vork strategie."


    * Broederlijk Delen is een van de twee Belgische CIDSE-lidorganisaties. Dit artikel is oorspronkelijk gepubliceerd in Nederlands.

    CIDSE-contact: Manny Yap, Voedsel- en Landofficier (yap(at)cidse.org)

    Omslagfoto: Rijstveredeling in de Filippijnen: Credit CIDSE

    Deel deze inhoud op sociale media